0614209316          s.buist@quercusadvies.nl        

Inzetbaarheid de kunst van regulier onderhoud

Vitaliteit, duurzame inzetbaarheid, talentmanagement. In vakbladen, nieuwsbrieven, seminars wordt er volop aandacht aan deze onderwerpen besteed. Mensen moeten zich blijven ontwikkelen en zorgen dat zij blijvend van toegevoegde waarde zijn voor de organisatie.

Nieuw? Welnee!
Zijn deze onderwerpen nieuw? Welnee! Begin 1980, tijdens mijn hbo-opleiding personeelswerk (ja, zo heette dat toen) spraken wij uitgebreid over taakroulatie, taakverruiming en taakverrijking als mogelijkheden om te zorgen dat medewerkers zich bleven ontwikkelen. Opleidingsfunctionarissen bedachten plannen en realiseerden een aanbod van trainingen waarmee medewerkers hun kennen en kunnen op niveau konden houden. Het lijkt dus of deze ideeën en inspanningen onvoldoende hebben gewerkt.

Inzetbaarheid is een complexe materie
Inzetbaarheid is te vergelijken met het onderhoud van een auto. Je weet dat onderhoud belangrijk is, maar als de auto lekker rijdt vraag je je weleens af waarom je weer veel geld op tafel zou moeten leggen voor een onderhoudsbeurt. Sla je het olie verversen een keer over dan is dat echt niet direct aan de prestaties van de auto te merken. Naast dat een onderhoudsbeurt geld kost is het ook lastig. Je moet het plannen en je bent de auto op z’n minst voor een dag kwijt. Volop redenen dus om het onderhoud uit te stellen. Echter gering onderhoud merken we op termijn als de auto al vele kilometers heeft gereden. Dan blijkt de auto vele haperingen te vertonen en is reparatie niet of maar moeilijk mogelijk. Het gevolg is een auto die te vroeg moet worden afgeschreven.

Ook bij inzetbaarheid komen we er vaak te laat achter dat er in het verleden te weinig is geïnvesteerd en dan is het eigenlijk al te laat.

Serviceboekje
De oplossing voor inzetbaarheid zou dus gevonden kunnen worden in een serviceboekje. Ja, ware het niet dat zo’n serviceboekje voor een medewerker moeilijk vooraf samen te stellen is. Want anders dan bij een auto moet het onderhoud van de medewerker continue aan de omstandigheden worden aangepast. Om in autotermen te blijven spreken, er zal regelmatig een nieuwe diagnose gemaakt moeten worden.  Dit kan met behulp van functionerings-  en ontwikkelingsgesprekken.

Eigenaarschap
Het initiatief voor deze diagnose zal naar mijn mening bij de medewerker moeten liggen. Hij/zij draagt het primaire eigenaarschap. Natuurlijk hebben werkgevers ook een rol maar stel je daar als medewerker niet afhankelijk van op. Werkgevers zien altijd wel weer mogelijkheden om “een andere auto” aan te schaffen. Jij blijft dan achter met “een kapotte motor”, een auto die niemand meer wil hebben.

Simon Buist